Mercuriushaven krijgt vaste boeienopstelling

Aanleg boord-boord overslag in Mercuriushaven van start

Om de overslag van bulklading vanuit zeeschepen in binnenvaartschepen en coasters efficiënter te maken, worden de drijvende boeien in de Mercuriushaven vervangen voor een vaste palenrij. Hiermee kunnen schepen boord-boord hun lading overslaan. Dat is sneller, veiliger en schoner.

Op dit moment gebeurt de overslag nog met behulp van drijvende boeien, drijvende kranen en weegtorens. Deze manier van overslag vraagt veel nautische ruimte. Daarom gaan we de huidige boeienstellen vervangen door een vaste opstelling.

Efficiënter en veiliger door vaste palenrij

Met een vaste opstelling wordt het zeeschip aan een vast remmingwerk afgemeerd met aparte trospalen. Ook de drijvende kranen en weegtorens liggen aan dit remmingwerk. Schepen komen vervolgens langszij om beladen te worden. De zeeschepen, ieder tussen de circa 80 en 295 meter lang, liggen dan op dezelfde positie. Hierdoor kunnen ze elkaar makkelijker en veiliger passeren. Zo is er bijvoorbeeld geen verwaaiing als er een stevige wind staat. En omdat de kranen en weegtorens zowel tijdens aankomst als vertrek van de zeeschepen aan het remmingwerk afgemeerd blijven, vinden er minder vervoersbewegingen plaats. Dit scheelt in emissie van uitlaatgassen en het draagt bij aan een kortere afhandelingstijd voor het lossen. Tot slot biedt de vaste installatie de mogelijkheid om later walstroom voor schepen en kranen aan te leggen. Met deze aanpassing maken we het overslagproces niet alleen sneller en veiliger, maar ook een stuk schoner.  

Ligplaats Mercuriushaven buiten gebruik

De vervanging van het eerste boeienstel door een vaste opstelling start op maandag 12 september. Tijdens deze werkzaamheden, die tot eind oktober duren, is de ligplaats Mercuriushaven buiten gebruik. In de loop van 2023 wordt besloten om eventueel ook het tweede boeienstel door een vaste opstelling te vervangen.

Deze opdracht wordt onder directievoering van Arcadis en door De Klerk Waterbouw uitgevoerd. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door een EU-subsidie van €2,7 miljoen in het kader van het programma CEF (Connecting Europe Facility | Innovation and Networks Executive Agency (europa.eu).

Co funded by European Union