WIND B.V. en TKF brengen wind aan wal

De regio Amsterdam/IJmuiden en Port of Amsterdam zetten vol in op (offshore) windenergie. Om de bouw van windparken te faciliteren, produceren en verschepen we via het Noordzeekanaalgebied allerlei onderdelen. In een reeks van vier interviews vertellen we alles over de positie die we innemen bij de bouw van wind op water. Ditmaal aan het woord: Tom Nooij, Managing Director bij Wind B.V en Gert van den Hoek, Manager Projecten bij TKF. Onderwerp: kabels. Véél kabels.

Niet zomaar kabels

‘Onderwaterkabels krijgen veel te verduren’, vertelt Gert van den Hoek. ‘Denk aan zout, vocht, aanslag en slijtage. Om die reden gebruiken de meeste producenten bitumen, een sterk materiaal dat lang meegaat. Maar erg milieuvriendelijk is het niet. En voor installateurs is het ronduit onprettig om mee te werken. Bij het afpellen zitten zij van onder tot boven onder de zwarte smurrie.’ Bij de ontwikkeling van de fabriek in Lochem in 2014 besloot TKF daarom voor totaal nieuwe materialen te kiezen. ‘Makkelijker te installeren, duurzaam en robuust, want een kabel haal je niet zo weer even van de zeebodem. Dat was best spannend allemaal, maar gelukkig bleek het al snel een succes.’

Opslag & transport

Zodra de onderwaterkabels van de fabrieksband in Lochem rollen, moeten ze ergens heen. Vaak duurt het nog maanden tot ze nodig zijn op een windmolenpark. Dus is een opslaglocatie nodig. En laat WIND B.V. die nu hebben. De kabels worden op een speciaal door TKF ontwikkelde barge geladen en verscheept naar Velsen-Noord. ‘Op ons terrein hebben we meer dan 20.000 vierkante meter beschikbaar voor onderwaterkabels’, zegt Tom Nooij. ‘Wereldwijd is dat het grootste depot voor stroomkabels. Daarnaast zijn we gespecialiseerd in de complete logistiek van onderwaterkabels. Met toegespitste machinerie en schepen halen we kabels op uit fabrieken en brengen ze – waar ook ter wereld – naar windparkprojecten.’

Kilometers en nog meer kilometers

Tom legt het zo uit: ‘De fabrikant maakt de subsea-kabels. De installateur legt ze. Het energiebedrijf gebruikt ze. De rest doen wij.’ Ook voor Windpark Fryslân is dat het geval. Een zware klus. Ter illustratie: een onderwaterkabel heeft een diameter van 20 centimeter. Een meter kabel weegt ruim 50 kilo. En voor het windpark Fryslân zijn kabellengtes van 7 of 8 kilometer niet ongebruikelijk. In speciale duwbakken gaan die naar Velsen, via de Nederlandse binnenwateren. ‘Vanaf daar zorgen wij weer dat ze op tijd bij de installateur arriveren.’

Een project in de achtertuin

Tom en Gert werken al jaren samen vanuit hun verschillende bedrijven. Beide zijn ze enthousiast om een bijdrage te leveren aan de bouw van Windpark Fryslân. Gert vindt het speciaal omdat het een echt Nederlands project is. Tom valt hem bij: ‘Met van Oord en een Nederlandse kabelleverancier. Allemaal bedrijven die dichtbij ons staan. Het voelt goed om samen met hen aan de energietransitie te werken.’

Alles voor elkaar

Het project Fryslân is qua omvang niet uitzonderlijk voor TKF en WIND B.V. ‘We doen dit wekelijks’, zegt Tom. ‘Vaak met meerdere partijen samen. Ik denk eigenlijk dat dát onze grootste kracht is. Gert beaamt dit. ‘Hoewel ons bedrijf aan de andere kant van het land zit, is de samenwerking met WIND B.V. en andere bedrijven in de regio Amsterdam verrassend soepel, vriendschappelijk en efficiënt. Het is opvallend hoeveel de bedrijven in deze regio elkaar gunnen. Hoe ze samenwerken en soms letterlijk ruimte maken voor elkaar.’ Tom: ‘Samen zorgen we dat alles goedkomt voor onze klanten. En het liefst nog een beetje meer dan dat.’

Genoeg energie voor de toekomst

Gert en Tom vermoeden dat hun rol bij de bouw van windparken in de toekomst zal groeien. Gert zegt: ‘De afstanden vanaf de kust worden steeds groter. En de parken leveren meer en meer vermogen. Dat vraagt om grotere kabels én grotere hoeveelheden.’ Tom: ‘Daarmee wordt het dus ook steeds lastiger om ze op tijd op hun plek van bestemming te krijgen.’ Voor beide bedrijven is dat nu soms al rennen, vliegen en improviseren. ‘Maar met zijn allen lukt het iedere keer weer, zegt een trotse Gert. ‘De ervaringen die we hebben opgedaan in het Amsterdamse havengebied biedt ons een betrouwbare basis voor de logistieke uitdagingen van andere grote projecten. Bijvoorbeeld op de Noordzee. Maar het kan altijd beter, vinden wij. We willen de logistiek nog beter, de samenwerking nog efficiënter en het werk nog veiliger. Daarom automatiseren en investeren we. Allemaal om in de toekomst steeds meer wind aan wal te brengen.’

(Foto gephotoshopt)